Sluiten

Les 16.2 Vriendschap

1 :
1 Samuel 18: 1-3
  BGT

Welke bijzondere vriendschap wordt hier beschreven? Waaruit blijkt die vriendschap? Wat zou jij je vriend(in) geven als blijk van een bijzondere vriendschap?

2 :
Job 2: 11-13
  BGT

Waaruit blijkt de echte vriendschap van de vrienden van Job? Wat doen ze als ze hem zien? Wat doe jij als je vriend(in) ernstige problemen heeft?

3 :
Prediker 9: 7-10
  BGT

Prediker is een denker. Hij heeft alles onderzocht in zijn leven. Toen kwam hij ook deze situatie tegen. Wat denk jij bij zijn woorden? Ben je alleen, of heb je iemand met wie jij je leven deelt?

4 :
Psalm 25: 14
  BGT

Dat is nog eens wat: wie blijkt jouw vriend te zijn? Voelt dat voor jou ook zo? Als je het zo bekijkt ben je nooit alleen.

5 :
Johannes 15: 12-14
  BGT

Hoe noemt Jezus zijn discipelen in deze verzen? Er staat ook in waarom. Zou dat ook voor jou gelden? Is Hij dat ook voor jou? Van wie hangt dat af, denk jij? Je kunt Hem er om vragen in je gebed.

OPDRACHTEN

Stellingen

  • Vrienden krijg je door een goede vriend te zijn
  • Je hoeft niet met iedereen bevriend te zijn
  • Vriendschap is niet verplicht, beleefdheid wel
  • Een mens kan niet zonder vrienden
  • Wie geen vrienden heeft, leeft niet goed
  • Je alleen voelen geeft niet
  • Wie oog heeft voor andere mensen krijgt vanzelf vrienden
  • Pas later ontdek je dat iemand een vriend geworden is
  • Voor een goede vriendschap hoef je niets te doen
  • Vrienden zijn een geschenk van God

Lied

Luister naar het lied ‘Vriendschap’ van Het Goede Doel en lees de songtekst. Je vindt het op het werkblad ‘Songtekst ‘vriendschap’. Daar staan ook vragen om het lied te bespreken.

In de groep

Knip een hartvorm uit een papier en leg die midden op tafel. In de bijbelgroep vertrouw je elkaar van alles toe over je eigen gedachten, je geloof en de dingen die je meemaakt. Neem één pen, geef hem telkens door. Ieder schrijft een zin of een woord op het hart waarin hij/zij vertelt wat de groep voor hem betekent. Dank God dat jullie er voor elkaar mogen zijn.

Praktijk

Soms voel je je alleen, zelfs als je tussen veel mensen bent. Soms heb je veel kennissen, maar lukt het niet om dieper contact te krijgen. Herken je dat? Wat kun je doen voor elkaar, zodat iemand zich minder alleen voelt? Maak afspraken en waardeer kleine dingen, zoals een leuke opmerking, een beetje hulp, een kaartje.

Bij de bijbel

Lees 2 Kor. 6:14-18. Wat betekent dit gedeelte voor vriendschappen?

Praktijk

Hieronder lees je 10 adviezen voor vriendschap. Kruis aan welke tip je belangrijk vindt. Zet een streep onder wat je moeilijk vindt. Bespreek het samen.
– Respecteer wat hij/zij belangrijk vindt
– Spreek uit wat je dwarszit
– Wees het soms oneens
– Wees eerlijk
– Respecteer zijn/haar gevoel
– Laat jezelf zien
– Wees positief
– Luister
– Maak tijd vrij
– Wees betrouwbaar

Praktijk

Lees de vijf uitspraken hierna en vergelijk ze met de vriendschap van David en Jonatan (bijbelstudie). Welke uitspraak vind je zelf de belangrijkste / mooiste / meest waardevolle? Welke breng jezelf in praktijk?
– Een echte vriend(in) geeft je energie
– Een echte vriend(in) is eerlijk – en wil dat jij dat ook bent
– Een echte vriend(in) kent ook je lelijke kanten
– Met een echte vriend(in) kun je samen zwijgen
– Met een echte vriend(in) deel je oneindig veel

Creatief

Maak tegeltjes over vriendschap. Inspiratie nodig? Google op ‘Vriendschap is…’ en kies voor afbeeldingen. Maak ook tegeltjes over ‘christelijke vriendschap is…’. Hang de tegeltjes in de hal van de kerk. Maak een foto van jullie hele groep voor de tegelmuur.

Danken en bidden

Dank God dat Hij jullie aan elkaar geeft en vraag Hem om hulp, zodat je een goede vriend kunt zijn voor elkaar.

HANDLEIDING

Over het lesonderwerp

Bedenk hoe je groep in elkaar zit als je kiest uit de opdrachten. Zijn er eenlingen? Zijn er jongeren voor wie samenop trekken moeilijk is? Heb er oog voor en benoem het zo nodig.

Bij de bijbelstudie

Lijkt een langere bijbelstudie. Tip: Doe hem wel, het legt een bodem onder de opdrachten, je kunt er telkens naar teruggrijpen.

Lesdoel                

  • weten wat goede vriendschap inhoudt en wat de bijbel daarover zegt
  • kunnen uitleggen wat het verschil is in vriendschap met gelovigen en niet-gelovigen
  • kunnen vertellen over de vriendschap van David en Jonatan met de bijbelstudie
  • je eigen vriendschappen kunnen taxeren
  • God danken voor goede vriendschappen

De bespreking

Vriendschap moet je niet alleen bespreken, maar ook doen. Zorg voor een fijne sfeer en vier dat je elkaar gegeven bent. Misschien een onverwachte traktatie? Dank God dat Hij mensen aan elkaar geeft en vraag om een goede vriend te kunnen zijn voor anderen.

Bijbel

Bij deze les passen de volgende teksten: 1 Sam. 18; 1 Sam. 20; Spr. 17:17; 18:24 en 27:5, 6,10; 2 Kor. 6 : 14-16; Jak. 4:4

 

Vrienden krijg je van God

– Je mag erom vragen
– Je mag het zijn

Les 16.2 Songtekst ‘Vriendschap’16.2 BIJBELSTUDIE Spr. 17: 17; 18:24 en 27: 6,9,10 en 1 Sam. 20:11b-16; 1 Sam. 23:16-18.

  • Inventariseer met elkaar waar een goede vriendschap aan moet voldoen. Zet dat op een whiteboard of noteer het voor jezelf. Lees daarna de spreuken hieronder en vul je lijst aan. Wat hoort nog meer bij goede vriendschap?

1717Een vriend blijft je altijd trouw.
Een broer of zus helpt je in moeilijke tijden.
1824Als je veel vrienden hebt, krijg je snel problemen.
Eén echte vriend is goud waard.
276Je hebt meer aan een vriend die boos op je is,
dan aan een vijand die heel vriendelijk tegen je doet.
9Van echte vriendschap word je gelukkig,
nog gelukkiger dan van de geur van ​parfum​ of ​wierook.
10Je hebt niet altijd iets aan je ​familie​ als je het moeilijk hebt.
Wees daarom zuinig op de vrienden van jezelf en van je ​familie.
Je hebt meer aan een vriend in de buurt dan aan ​familie​ ver weg.

In de bijbel lees je over de vriendschap van David en Jonathan.

Toen ze buiten de stad waren, 12zei ​Jonatan: ‘Ik zal morgen of overmorgen uitzoeken hoe mijn vader over je denkt. Dat is zo zeker als de Heer, de God van Israël, leeft. Als mijn vader goed over je denkt, dan stuur ik iemand om je dat te vertellen. 13Maar als hij je wil doden, dan kom ik dat zelf vertellen. En dan help ik je om te ontsnappen. De Heer mag me straffen als ik dat niet doe. Ik hoop dat de Heer jou zal helpen, net zoals hij vroeger mijn vader geholpen heeft.
14-15Beloof me dat je altijd goed voor mij zult zijn. Als ik nog leef wanneer jij koning wordt, maar ook als ik dan al gestorven ben. Beloof me dat je dan goed zult zijn voor mijn nakomelingen. Ook als de Heer al jouw vijanden vernietigd heeft. Want dan doe je wat de Heer wil.’
16Jonatan​ maakte een plechtige afspraak met ​David. Die afspraak gold ook voor alle nakomelingen van ​David. 17Jonatan​ zei tegen ​David: ‘Je moet me plechtig beloven dat je altijd mijn vriend zult blijven. Want ik houd net zo veel van jou als van mezelf.’

  • Waaraan zie je dat Jonatan een goede vriend is voor David?
  • Leg uit waarom het bijzonder is dat juist Jonatan David helpt.
  • Wanneer doet David wat God wil?

Lange tijd is David op de vlucht voor Saul. Dan krijgt hij bezoek.

16Op een dag ging ​Jonatan, de zoon van ​Saul, naar ​David​ toe. ​Jonatan​ zei: ‘David, je moet op God blijven vertrouwen. 17Je hoeft niet bang te zijn, mijn vader zal jou niet gevangen kunnen nemen. Jij zult ​koning​ van Israël worden. En dan zal ik je belangrijkste dienaar zijn. Ook mijn vader weet dat.’
18Toen maakten ​Jonatan​ en ​David​ een plechtige afspraak. Ze beloofden aan elkaar en aan de Heer dat ze altijd vrienden zouden blijven.
Daarna ging ​Jonatan​ terug naar ​huis, en ​David​ bleef in Choresa.

  • Waaraan zie je dat Jonatan een goede vriend is voor David?
  • Waarom staat er in vers 18 dat ze aan elkaar en aan de Heer een belofte doen?
  • Lees in 2 Sam. 1:25 e.v. wat de reactie van David is op de dood van Jonatan.
  • Wil je weten of David zich aan de belofte aan Jonatan gehouden heeft? Lees dan wat er staat in 2 Samuël 9: 1 e.v.
  • Je hebt gelezen over de vriendschap van David en Jonatan. Kijk nog eens naar je lijst van eigenschappen van een goede vriendschap. Wil je nog aanvullen?
  • Vergelijk wat je leerde over vriendschap met je eigen vrienden:
    • Wat voor vriend ben jij voor een ander?
    • Welke vrienden heb jij? Hoe diep is jullie band?