Sluiten

Les 4.2 De erfzonde

1 :
Romeinen 5: 12-15
  BGT

Alle mensen zijn zondig!
Hoe kun je dat zien bij jezelf?

2 :
Spreuken 20: 6-9
  BGT

Al leef je nog zo goed, niemand is volmaakt.
‘Als ik dit lees, word ik wel wat down!’ zegt Annet. Wat zou jij haar antwoorden?

3 :
Psalm 130
  BGT

Als zondaar houd ik het bij God niet uit.
Op welk moment in de kerkdienst zou je deze psalm goed kunnen zingen?

4 :
Psalm 143
  BGT

Zondaren blijven nergens zonder Gods hulp.
Welk vers heeft in het bijzonder te maken met de erfzonde?

5 :
Johannes 3: 3-7
  BGT

Gevraagd: harttransplantatie.
Ben jij opnieuw geboren?

OPDRACHTEN

Bij de les

Neem een minuut de tijd om met elkaar zoveel mogelijk dingen op te noemen die niet oké zijn in de maatschappij, foute dingen, onrecht, slechtheid, geweld en dergelijke. Tel hoeveel dingen jullie samen bedenken.
Doe het nog een keer, maar nu ga je één minuut foute dingen tellen uit je eigen leven.
Lees nu de paragraaf ‘Niemand’ van de les op pagina 78. Ben je het er mee eens?

Bij de lesplaat en de les

Wat wil de tekenaar met de plaat zeggen? Zoek in de les de namen onder het kopje ‘Kapot’ en zet die op een tijdlijn. Zet er zelf namen bij uit de bijbelse en algemene geschiedenis en van je eigen leven. Aan hoeveel mensen zou de zondigheid al doorgegeven zijn?
Lees nu Openb. 7: 9-12. Over hoeveel mensen gaat het daar? Horen zij in de tijdlijn die je maakte? Waarom wel/niet? Wat is er veranderd?

Stellingen

– Mijn zondigheid komt van mijn ouders, dus ik ben niet verantwoordelijk
– Erfzonde is niet eerlijk
– Logisch dat God goede mensen wil, die ziet Hij nu niet
– Je bent alleen verantwoordelijk voor wat je zelf doet
– Ik doe elke dag wel iets wat niet oké is
– Zondeval en erfzonde zijn niet het eind van het verhaal
– Als je niet vertelt over de zonde, kun je ook niet vertellen over de redding
– Je mag alleen de erfzonde ontkennen als je zelf zonder zonde bent.

Bij de bijbel

Zoek uit dat je de erfzonde al in de familie van Adam goed kunt zien. De ‘zondigheid’ wordt doorgegeven. Gebruik daarvoor Gen. 4:1-10 en 4:23-24. Wat lees je daar en hoe zie je daar dat deze kinderen van Adam een redder nodig hebben?

Maatschappij

Een bekende slogan is: ‘Bouw scholen en je kunt de gevangenis sluiten’. Is dat waar? Welke gedachte zit daar achter? Past de uitspraak bij de les? Leg uit.

Bij de dichtbij-tekst

Lees het verhaal op pagina 81 en bespreek het samen. Vergelijk het met het bijbelverhaal. Hoe zouden Adam en Eva zich gevoeld hebben tegenover God? Zouden mensen nu datzelfde gevoel moeten hebben als ze aan God denken? Welke regel uit het verhaal past niet bij het bijbelverhaal?

Gebed

Bedenk samen een gebed om vergeving te vragen over je zondigheid en om te vragen of God je vernieuwen wil. Gebruik er regels bij van de bijbelstudie. Bid het samen. Vergeet niet God te danken dat Hij een nieuwe toekomst geeft aan de mensen, en aan jou.

Bij de belijdenis

Loop je vast in alle moeilijke vragen over de zonde? Lees zondag 3 van de catechismus! Wat leer je daar?

HANDLEIDING

Over het lesonderwerp

Erfzonde kan theoretisch lijken, goed om samen te ontdekken dat de werkelijkheid een voortdurend bewijs is dat de zondigheid doorgegeven is naar alle mensen. Vanuit het nu terugkijkend, is de theorie ineens minder theoretisch!

Bij de bijbelstudie

Met de bijbelstudie kom je niet alleen in aanraking met de zondigheid van David en de heiligheid van God, je ziet ook hoe David op God vertrouwt. Hij vraagt aan zijn rechter om hulp en om een nieuw hart.

 Lesdoel

– Weten dat de zondigheid doorgegaan is naar alle mensen en dat ieder mens schuldig staat voor God
– Aan de hand van Ps. 51 kunnen vertellen over vergeving vragen
– Kunnen uitleggen dat de zonde in het hart van mensen zit en voorbeelden kunnen aanwijzen bij jezelf en om je heen
– Kunnen uitleggen dat de Heilige Geest slechte harten vernieuwt en bij jezelf een voorbeeld kunnen geven wat dat betekent.

De bespreking

De zonde en zondigheid gaan over de relatie van mensen met God. Iedereen gaat zijn schepper zien. Gelukkig is dat niet de schrik van je leven, God vertelt je nu al hoe het zit. En hoe Hij redt. Als je wilt benadrukken dat het echt over de relatie met God gaat, sluit dan af met een gebed dat je samen maakt en vertel God over wat je leerde of wat je bezig houdt en dank Hem voor zijn liefde.

Bijbel

Gebruik bij de les deze teksten: Gen. 6:5, Job 14:4, Ps. 51:7, Rom. 5:12-21, 1 Kor. 15:20-22

Belijdenis

Bij deze les passen artikel 14 en 15 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, zondag 3 van de catechismus en artikel 1-5 van hfdst III/IV van de Dordtse Leerregels

 

Besmettelijk,
dat is de zonde.
Het brengt ons allemaal
waar satan ons wilde hebben
in de dood
ver weg van God en het leven.

Liefdevol
vol leven
levendmakend en vernieuwend
is God.

BIJBELSTUDIE Psalm 51: 3-13

Lees een gedeelte van de psalm die David maakte.

3God, u bent goed,
heb medelijden met mij!
Uw ​liefde​ is groot.
Vergeef​ me mijn ​zonden,
4neem mijn schuld weg,
maak mij weer schoon.
5Ik weet wat ik verkeerd heb gedaan,
steeds denk ik aan mijn fouten.
6Ik ben schuldig, schuldig tegenover u.
Ik heb gedaan wat u verkeerd vindt.
God, u bent een goede rechter,
u geeft een eerlijk oordeel over mij.

  • Wat had David gedaan, dat hij vergeving moet vragen?
  • Waarom moet David dat goedmaken met God?
  • Maak twee kolommen en zet links alles wat je hierboven lees over God, rechts schrijf je wat er staat over David. Wat valt je op?

7Ik had al schuld toen ik geboren werd,
in de buik van mijn moeder was ik al schuldig.
8Maar u wilt dat ik u trouw ben,
en u helpt me daarbij.
U zult mij wijsheid geven,
diep in mijn ​hart.
9Neem mijn schuld weg,
dan kan ik weer bij u komen.
Maak mij weer schoon,
zo schoon als witte sneeuw.
10U hebt mij zwaar gestraft.
Maak me nu weer vrolijk en gelukkig,
laat me weer juichen!
11Let niet meer op mijn ​zonden,
vergeet wat ik verkeerd heb gedaan.

  • Vanaf wanneer zat het niet goed tussen God en David?
  • Wat vraagt God van David? Wat moet hij doen?
  • David ziet dat God hem wil helpen. Wat wil God doen?
  • In vers 9 en 10 staat hoe de situatie van David nu is en over wat hij graag wil dat gebeurt. Schrijf die dingen in twee kolommen. Wat valt je op?

12God, geef mij weer een onschuldig ​hart.
Maak mij van binnen nieuw,
zorg dat ik trouw blijf aan u.
13Stuur me niet weg,
blijf dicht bij mij met uw kracht.

  • Lees achter elkaar vers 7 (hierboven) en vers 12. Waarom vraagt David om een nieuw hart?
  • Lees nu vers 1. Denk je dat God gaat doen wat David vraagt?