Sluiten

Belijdenisboek hfst 8

Jezus de Verlosser II

Dag 1 :
Leviticus 4:27-31
  NBV

Als iemand uit het volk Israël zondigde, moest er in zijn plaats een offerdier geslacht worden. Zo komt het wel heel dichtbij: als ik zondig, verdien ik de dood! Wat zegt het jou, dat je vanwege je zonde de dood verdient en helemaal afhankelijk bent van het offer van Jezus?

Dag 2 :
Hebreeën 10:1-10
  NBV

Offerdieren kunnen mensen niet redden van hun zonden. Ze wezen vooruit naar het grote offer dat Jezus zou brengen. Hij had de mensen zo lief dat Hij zich voor hen wilde offeren. Hoe laat jij zien dat je dankbaar bent voor het offer dat Jezus voor jou bracht?

Dag 3 :
Jesaja 53
  NBV

Al eeuwen vóór de komst van Jezus spreekt Jesaja over zijn lijden. Het lijkt wel alsof Jesaja erbij gestaan heeft. Jezus leed in jouw plaats. Ga eens na hoe dat in dit gedeelte wordt gezegd.

Dag 4 :
Marcus 15:33-39
  NBV

Voordat Jezus stierf kwam er drie uur lang een diepe duisternis over het land. In die duisternis werd Jezus door zijn Vader verlaten. Wat zal dat voor Hem betekend hebben? Kun jij het je voorstellen dat jij door God verlaten wordt? Daar moet je toch niet aan denken?

Dag 5 :
Galaten 2:21-3:5
  NBV BGT

Paulus windt zich stevig op over de Galaten. Hij had ze verteld dat Christus voor hun zonden gekruisigd was. En nu proberen ze toch zichzelf te redden door zich aan de wet te houden. Vind jij het moeilijk om helemaal van Gods genade te leven?

Doorvertellen: Kinderen vertellen over Jezus
Stel dat jullie zijn gevraagd om aan kinderen van de basisschool te vertellen over Jezus. Je moet niet alleen vertellen wie Hij was en wat Hij deed, maar ook wat de betekenis van het leven van Jezus is. Hoe ga je dat doen? Kies voor een verhaal, een poster, een presentatie of een andere presentatievorm.

Beoordelen: Leven van genade
Leven van genade is niet altijd gemakkelijk. Veel mensen willen zelf iets doen voor hun redding. Hieronder staan een aantal personen uit de bijbel. Leven zij van genade? Hoe weet je dat? En: kun je nog meer voorbeelden geven?

  • Petrus (Joh. 13: 8, 9),
  • Simon de tovenaar (Hand. 8: 18, 19),
  • De gevangenbewaarder van Filippi (Hand. 16: 29).
  • En jijzelf, durf jij alles van Jezus te verwachten?

Rollenspel: Wie is Jezus voor jou?
Bedenk hoe je de les zo kunt samenvatten dat je de inhoud kunt doorvertellen aan iemand die Jezus niet kent. Maak duidelijk wat Jezus voor jou betekent. Doe deze opdracht in de vorm van een rollenspel. Je gesprekspartner weet weinig van de bijbel.

Bijbel + gebed: Danken voor Jezus
Vergelijk het feit dat Jezus in de duisternis aan het kruis hing met de tekst in Romeinen 8: 38, 39. Bedenk hoe je Jezus daarvoor danken kunt. Schrijf punten op voor een dankgebed of kies mooie liederen. Bid het gebed of zing de liederen.

Doelen:
Weten: Jezus was volmaakt en onschuldig. Hij onderging Gods straf in zijn lijden en dood, vooral aan het kruis. Wat Jezus verdient (zie les).
Kunnen: Vertrouwen dat alles schuld nu weg is. Jezelf geliefd kind van God weten. Vergeving vragen in vertrouwen.
Motivatie: Ik houd van Jezus omdat Hij voor mij wilde sterven. Hij geeft me leven!

Aandachtspunten:
– Is de lijdensgeschiedenis en de opstanding voldoende bekend? Vraag of kies een werkvorm om het helder te maken. Maak het persoonlijk door het niet te behandelen als een geschiedenis van toen, maar sta ahw zelf aan de voet van het kruis.
– Gebruik eventueel gedeelten uit het avondmaalsformulier over het gedenken van Christus. Geeft gelijk gelegenheid om de eigen belijdenis en motivatie opnieuw aan de orde te stellen.

Leider:
Bij deze lesinhoud passen elementen en liederen van de lijdenstijd en Pasen. Gebruik ze om de lesinhoud verder in te kleuren.

Het geloof in Jezus is kern van je redding. Leg de relatie met belijdenis doen. Je gelooft in deze man van God!