Sluiten

Les 14.1 Volharding

1 :
Marcus 15: 31, 32
  BGT

Wat een uitdaging om op in te gaan. Toch deed Hij het niet. Waarom niet, denk je?

2 :
Handelingen 7: 53-60
  BGT

Wat een vreselijk einde. Stefanus gaf niet toe, terwijl hij bedreigd werd. Wie gaf hem de kracht daarvoor? Bid voor vervolgde christenen, dat ze volhouden!

3 :
Hebreeën 10: 36-39
  BGT

Een directe oproep aan jou. Wat moet je vooral volhouden? Zeg vers 39 maar een paar keer hardop na. Bid God om kracht daarvoor.

4 :
Hebreeën 11: 13-16
  BGT

Het gaat over Abram, Sara, Noach enz. Waar hadden ze nog geen idee van? Waarheen waren ze op reis? Dat is dezelfde plaats, waar jij ook naar op weg bent. Wat belooft God daarbij?

5 :
Hebreeën 11: 39
  BGT

In Hebreeën 11 gaat het over mensen die volgehouden hebben, onder de moeilijkste omstandigheden. In dit vers gaat het over jou. Waarom is de belofte voor hen nog niet vervuld? Dank God voor zijn liefde en geduld.

OPDRACHTEN

Bij de tekst ‘dichtbij’

Lees de tekst op pagina 33. Bedenk voorbeelden uit je eigen gemeente van mensen die volhouden met geloven. Zoek ook voorbeelden op van mensen uit de bijbel. Wat is hun geheim?

Creatief en bij de tekst ‘verdieping’

In Hebreeën 11 worden de namen genoemd van mensen die geloofden. In de tekst ‘verdieping’ wordt daar ook naar verwezen. Pak Hebreeën 11 erbij en kies uit één van de volgende suggesties:

  • Teken een tribune met ‘hoofden’, zet de namen van geloofsgetuigen erbij + praatwolkjes. Wat zeggen zij tegen jou om vol te houden met geloven?
  • Doe een rollenspel. Een van jullie is de interviewer, de overigen kiezen één van de namen uit Hebreeën 11. De interviewer stelt vragen: Wie benje?, Wat maakte je mee? Hoe hield je vol met geloven?

Bij de lesplaat

Op de tablet zie je in de agenda bij elke dag een voorbeeld van ‘geloofspraktijk’. Wat heeft dat te maken met volhouden in geloof? Maak voor jezelf een weekagenda en schrijf bij elke dag ‘iets’ wat je kunt doen aan geloven. Doe dat de komende week en vertel elkaar hoe het ging.

Lied

Luister naar het lied ‘Nog één rivier’ van Mattijn Buwalda. Reageer eens op het lied. Wat spreekt je aan?

Met beelden

Klik voor het werkblad ‘vijandschap en verdediging’. Je beantwoord vragen en leest uit de brief van Petrus en van Paulus aan de Efeziërs. Wat ontdek je over jouw wapens?

Verleiding en wapenrusting

De duivel is een roofdier, dat probeert je bij God vandaan te halen. Petrus zegt: 8De ​duivel​ is jullie vijand. Hij zoekt altijd iemand die hij kan vernietigen. Hij is op jacht, als een brullende leeuw. Wees dus verstandig en let goed op. 9Wees sterk door je geloof en verzet je tegen de duivel. Bedenk dat overal in de wereld christenen op dezelfde manier moeten lijden. 1 Petrus 5: 8, 9.
Ken je voorbeelden van aanvallen van de duivel bij anderen en uit je eigen leven?
Lees vervolgens Efeziërs 6: 10-17. Wat heeft dit bijbelgedeelte te maken met die leeuw? Hoe kun je deze wapens inzetten tegen de voorbeelden die je net opschreef?

Geloofspraktijk – in het gezin

Hoe houd je je eigen geloofsconditie op peil? Vul samen de kaartjes van het werkblad ‘geloofsconditietraining’ in. Hang hem naast je werkplek, naast je bed of op de koelkast. Bespreek het aan tafel met je familie, les elke dag een kaartje en vertel volgende les over je ervaringen.

Stellingen

  • Wie zijn geloof niet in conditie houdt, loopt dood.
  • Volhouden kan alleen met hulp van God.
  • De duivel heeft geen schijn van kans bij mij.
  • Logisch dat veel mensen het niet volhouden, geloven is ook zo moeilijk.
  • Tegen de duivel sta je machteloos.

Lied

Luister naar het lied ‘Hou vol’. Wat spreekt je aan?

Kerktaalwoorden

Ga verder met je kerktaalwoordenboek, zie opdrachten les 13.1. Noteer volharding in je boekje en schrijf de uitleg erbij.

HANDLEIDING

Over het lesonderwerp

Je begint aan een nieuw blok. Maak zo nodig de werkwijze bespreekbaar. Is de groep en ben jij als leider tevreden over de gang van zaken of zijn er verbeterpunten?
Je gaat eerst de bespreking van het stappenplan van God in je leven afronden. Daarna komt het avondmaal aan de orde, feest voor allen die bij God horen. De laatste les van dit blok gaat over de keuze: Je leerde zoveel, wil je bij God horen?

Bij de bijbelstudie

Duidelijk maken dat ‘lijden’ niet alleen geloofsvervolging is. Het kan ook betekenen dat je in een godloze omgeving moet leven of dat je uitgelachen wordt of dat je te maken hebt met veel twijfel. Het voorbeeld van Hanna laat dat ook zien. Ze had een moeilijk leven, maar leefde in de verwachting van de redder die God beloofd had.

Lesdoel

  • weten dat de duivel de grote vijand van gelovigen is en dat God altijd sterker is (bijbelstudie)
  • voorbeelden kunnen geven van mensen die volharden in geloof
  • kunnen uitleggen dat volhouden een geschenk van God is
  • kunnen aangeven hoe jezelf aan je geloofsconditie werken kunt

De bespreking

Maak het onderwerp ‘volharding’ concreet door bijbelse voorbeelden, maar vooral ook door de geloofspraktijk, bijbellezen, bidden, in gesprek blijven met christenen, kerkdiensten bezoeken enz.

Belijdenis

In de Dordtse leerregels kun je leven over volharding in DL V art 1-15

Bijbel

Bijbelteksten bij volharding: Joh. 10:28; Joh. 20:24-29; Rom. 8:35-59; 1 Tess. 5:23,24; Hebr. 10:35-39; Jak. 1:6-8; 1 Petr. 1:3-12; 1 Petr. 5:8-11

Jakobus zegt:

Denk eens aan de profeten van vroeger,
die de mensen Gods boodschap vertelden.
Ze moesten veel lijden,
maar ze hadden geduld en ze hielden vol.
Wij geloven dat God zulke mensen gelukkig maakt.

En denk ook eens aan Job.
Jullie weten hoeveel geduld hij had.
En jullie weten hoe goed het met hem afgelopen is.
De Heer liet hem niet in de steek.
Want de Heer is goed en vol liefde.

BIJBELSTUDIE

BIJBELSTUDIE 1 Petr. 5: 8-11 en Lucas 2: 36-38

Petrus schrijft over de strijd van christenen. Lees 1 Petrus 5: 8-10

8De ​duivel​ is jullie vijand. Hij zoekt altijd iemand die hij kan vernietigen. Hij is op jacht, als een brullende leeuw. Wees dus verstandig en let goed op. 9Wees sterk door je geloof en verzet je tegen de duivel. Bedenk dat overal in de wereld christenen op dezelfde manier moeten lijden.
10God is heel goed voor jullie! Hij heeft jullie uitgekozen, zodat jullie samen met ​Christus​ eeuwig zullen leven. Eerst moeten jullie nog een korte tijd lijden. Maar straks zal hij jullie sterk, machtig en krachtig maken. 11Alle macht aan God, voor altijd en eeuwig! ​Amen.

  • Wie is de vijand en wat kun je over hem zeggen?
  • Wie lijden er (vs 9,10)? Waaruit bestaat dat lijden?
  • Hoe lang duurt dat lijden? Wat wordt daarmee bedoeld?
  • Waar loopt het op uit?
  • Volhouden in geloof (=volharding) heeft twee kanten: 1. God helpt! en 2. Je moet lijden en strijden. Zie je dat allebei in dit bijbelgedeelte? Leg uit.

Hanna was een vrouw die ruim tweeduizend jaar geleden leefde. Zij is een voorbeeld van gelovig volhouden. Lees daarover in Lucas 2: 36-38.

36De ​profetes​ ​Hanna​ was ook in de tempel. Ze was een dochter van Fanuel, uit de ​stam Aser. ​Hanna​ was heel oud. Ze was vroeger zeven jaar getrouwd geweest,37en nu was ze al 84 jaar ​weduwe. ​Hanna​ was altijd in de tempel. Daar eerde ze God dag en nacht, door te ​bidden​ en te ​vasten.
38Terwijl Simeon sprak, kwam ​Hanna​ erbij staan. Ze dankte God voor alles wat hij gedaan had. Daarna begon ze te vertellen over ​Jezus. Ze sprak tegen alle mensen die hoopten op de bevrijding van Jeruzalem.

  • Hoe zie je in haar leven dat ze volhoudt in geloof?
  • Petrus noemt in zijn brief: geloof, een kort ‘lijden’, medegelovigen, lof aan God, een goede afloop. Leg van al die dingen uit of je het ook terugziet bij Hanna.